In de Kerstvakantie was ik voor het eerst in Suriname, het geboorteland van mijn vader.
Mijn ouders scheidden toen ik drie jaar was. Mijn moeder is Nederlands en mijn vader is Surinaams. Mijn moeder bracht mij groot en voedde mij voornamelijk op. Bij mijn vader was ik zo nu en dan in de weekenden en vakanties.
Niet Nederlands en heel erg Nederlands
Hoewel ik Nederlands ben opgevoed, voelde ik mij bij mijn Nederlandse familie niet-Nederlands. Waar dat aan lag, weet ik niet zo goed. Ik denk dat het voornamelijk kwam doordat ik er anders uitzag: mijn huidskleur, haar en ogen zijn vooral donkerder. Ik herkende mezelf niet direct in de Nederlandse familie.
Bij mijn Surinaamse familie voelde ik me juist heel erg Nederlands. Aan mijn manier van praten, hoor je direct dat ik Nederlands ben grootgebracht. Ook kreeg ik van huis uit andere omgangsnormen mee. Bij Surinamers is beleefdheid en het tonen van respect heel erg belangrijk. Bij mijn vader werd ik nog weleens brutaal genoemd omdat ik bijvoorbeeld niet met twee woorden sprak. Terwijl vrienden die bij mijn moeder over de vloer kwamen, juist vonden dat ik me netjes en beleefd gedroeg.
Ik en wij
Vanuit de opvoeding van mijn moeder werd zelfreflectie, zelfstandigheid, zelfontplooiing en zelfexpressie gestimuleerd. Bij mijn vader was opleiding belangrijk, familieleden vroegen altijd naar mijn schoolprestaties. Maar wat ik vooral heb meegekregen, was het belang van familie. Dat je er voor elkaar en met elkaar bent. Met mijn introverte karakter vond ik het best lastig dat er altijd familie over de vloer was. Ik had geen eigen plek en het voelde alsof er geen ruimte was voor mijn eigen ik.
Thuis
In mijn jeugd wist ik niet goed binnen welk groter cultureel geheel ik mezelf moest plaatsen. Ik voelde me vaak niet thuis bij mijn vader door een gebrek aan herkenning en erkenning. Toch kreeg ik als volwassene de behoefte om Suriname te zien. Om te ervaren waar mijn roots liggen.
Bij aankomst in Su werden we warm onthaald door de familie. Ik voelde me direct welkom.
Tijdens de vakantie hebben we plaatsen en bezienswaardigheden bezocht: Fort Zeelandia, de Waterkant, de Centrale Markt, Fort Nieuw Amsterdam, Domburg, Colakreek, pagara estafette, het binnenland… We hebben er enorm van genoten. Maar het meest heb ik genoten van de familie.
De familieleden waren blij en trots dat we Su bezochten. Ik ben blij en trots op wie zij zijn. Ze waren zo enorm betrokken. Ze bezochten ons dagelijks. Ze maakten eten voor ons klaar, heel veel eten. Ze lieten ons Suriname zien. We hebben met ze gelachen. Ik heb bij ze gehuild. Het voelde allemaal goed. Ze lieten me mezelf zijn.
Ik voelde me thuis.