“Ooooh, milieuvervuiler!” Papa kreeg een heel relaas over de plastic zakjes die om het vlees, de bakjes met smeersels en olijven heen gaan in zijn supermarkt. “Papa, plastic is echt niet duurzaam”. “Jawel hoor, lieverd, plastic gaat juist heel lang mee”, antwoordde papa, die geen native speaker in het Nederlands is. “Ja, dat is het nou juist! Mensen gebruiken veel te veel plastic en gooien dat ook nog eens zomaar overal weg. Dat blijft dan heel lang overal zwerven. Zo krijg je plastic soep in de zee.” “Soep?”, stamelde papa. “Uhm, nee, geen echte soep. Plastic soep. Dan komt plastic door mensen in de zee en gaan alle dieren dood! Lekker, zo’n schattige zeehond met plastic in zijn maag! En al die vissen, superzielig! Gebruik gewoon papieren zakjes, dat vergaat al veel beter.” Papa moest even schakelen. “Maar mensen willen geen vleessappen, smeersels of olijfolie in hun tas en papier lekt. Daarom zit het in plastic.” “O ja, dat is ook wel logisch. Oké, papier werkt dus niet. Plastic dan maar”, zuchtte onze kleine activist. Duurzaamheid houdt de gemoederen in huize Dogan bezig.
Duurzaamheid versus comfort
Deze discussie tussen vader en dochter staat voor mij symbool voor de grotere discussie tussen duurzaamheid enerzijds en comfort anderzijds. Veel mensen in onze omgeving zien wel het belang van duurzaamheid, maar hebben niet altijd de juiste kennis en vaardigheden en/of het juiste budget om er daadwerkelijk mee aan de slag te gaan, anders dan het scheiden van afval. Biologische producten, fair trade producten en vegan producten zijn nu eenmaal relatief duur. Hoe meer E-nummers, hoe beter voor je portemonnee. Of je lijf het er ook beter op doet is maar zeer de vraag, maar als je budget die microbiotisch verantwoorde voeding, drog- en cosmetica niet toelaat, dan heb je weinig keus. Als het gaat om luiers is het tegenovergestelde waar. Wegwerpluiers zijn echt een stuk duurder dan wasbare luiers. Waarom kiezen dan zoveel ouders voor wegwerpluiers? Juist. Poep en wassen klinkt de meeste ouders niet bepaald als muziek in de oren. Dat de realiteit van wasbare luiers niet zoveel meer met poep te maken hebben dan die van wegwerpluiers, is een boodschap die vaak ongehoord blijft. Men is al afgehaakt bij het idee.
“Ma-de in Bang-la-desh”
Dan is er nog de berg plastic speelgoed die de gemiddelde peuter en kleuter in huis heeft. Don’t even go there. De droomkastelen en autogarages met muziekjes op batterijen zijn toch écht onderdeel van de opvoeding anno 2019. Dat de meeste kinderen, in ieder geval die van mij, liever buitenspelen met zand, water, grassprietjes, takken en blaadjes laten we buiten beschouwing. Daar worden ze vies van enzo. Weer een gat in die dure broek! “Ma-de in Bang-la-desh”, las Zerrin in het etiket van een van de vele broeken die hier al zijn gesneuveld. “Mam, waar ligt dat en waarom maken ze kleding niet hier?”. “Dat ligt in zuid-Azië en het is een lage lonenland. Mensen, soms zelfs kinderen, naaien daar voor heel weinig geld in overvolle fabrieken de kleding die wij hier dragen”, zei ik. “Ooooh, dat is niet eerlijk! Ik doe nooit meer kleding aan uit Bangladesh”. “Of China, India of Vietnam”, vulde ik aan. “Jaaa, ho even, bijna alles komt uit China! Dan kan ik niets meer aan. Laat dan maar… Maar het is wel zielig”. Duurzaamheid versus comfort, I rest my case. Lastig!