Morgen ben ik 34 weken zwanger. 34 van de verwachte 40 weken. En ik ben me een partijtje moe. Echt, het produceren van een mini-mens is vermoeiend. Daar komt bij dat ik 32 uur per week werk. De laatste tijd ben ik ’s avonds echt kapot. Als ik thuiskom van mijn werk, stort ik neer op de bank en sta ik alleen nog op als het noodzakelijk is. Je begrijpt dat ik enorm uitkijk naar morgen, want morgen begint mijn zwangerschapsverlof!
Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof
Je moet uiterlijk vier weken voor de uitgerekende bevallingsdatum met zwangerschapsverlof gaan, maar hebt recht op zes weken zwangerschapsverlof. In eerste instantie wilde ik proberen om mijn zwangerschapsverlof te rekken tot vier weken van tevoren, omdat ik achteraf dan langer bevallingsverlof heb. Je bevallingsverlof duurt tenminste tien weken en gaat in op de dag na de bevalling. Wat je niet opneemt aan zwangerschapsverlof, mag je optellen bij je bevallingsverlof.
Vanwege mijn vermoeidheid adviseerde mijn verloskundige mij om toch zes weken van tevoren met zwangerschapsverlof te gaan. En daar ben ik toch wel blij mee. Ik zou er niet aan moeten denken om nog twee weken te werken. Dat is absoluut niet vanwege mijn werk, ik doe mijn werk met veel plezier. Ik heb er gewoon de energie niet meer voor.
Plannen
Vandaag zeg ik gedag tegen de kinderen op mijn werk. Gisteren heb ik collega’s en vrijwilligers gedag gezegd. Ik kreeg de vraag wat ik tijdens mijn verlof ga doen. Ik kan vol overtuiging zeggen: zo min mogelijk. Behalve het wassen van de babykleren en luiers, heb ik geen plannen. Ik wil niets moeten doen. Ik kijk er naar uit om mijn dagen te slijten met het kijken van nutteloze tv-programma’s. En hele dagen rondlopen in mijn badjas. Wat zeg ik? Rondlopen? Zitten, liggen, hangen. Even helemaal niets. Eens zien hoelang ik dat kan volhouden…