Morgen heb ik een halve marathon op de planning staan, maar de laatste tijd heb ik dagelijks last van hoofdpijn. Ik twijfel dus een beetje over dat loopje.
Ik ben allang blij dat ik geen griep heb, zoals het merendeel van de mensen om me heen. En mijn hoofdpijn is geen barstende hoofdpijn, maar een lichte irritante hoofdpijn die komt en gaat. Toch heb ik het idee dat mijn lichaam een signaal afgeeft waar ik naar moet luisteren.
Altijd maar doorgaan
Het is best makkelijk om de signalen van je lichaam te negeren omdat je het druk hebt of omdat je vind dat je gewoon moet doorgaan. Als je dat te lang doe, betaal je daar uiteindelijk de tol voor in de vorm van een blessure of burn-out. Nou vind ik het niet nodig om bij ieder pijntje of ongemakje de dokter te bellen, maar negeren vind ik onverstandig.
Nu ik erover nadenk… Deze week had ik veel trek in zoetigheid. Dat heb ik vaak als ik vermoeid ben. Ik heb natuurlijk wel vaker trek in zoetigheid, maar als ik vermoeid ben heb ik veel meer moeite om de drang te weerstaan.
Ik heb het momenteel erg druk met mijn werk omdat ik deadlines te behalen heb. Daar komt bij dat de decemberperiode ook druk is vanwege de feestdagen: feestje hier, borrel daar, bijeenkomst zus en bijpraten zo… Hartstikke gezellig hoor, maar eigenlijk ook wel vermoeiend.
Teken van zwakte of verstand?
Een van de dingen die ik leuk vind aan sporten, is de uitdaging om je grenzen te verleggen. Je traint om telkens beter te worden. Om sneller of langere afstanden te kunnen lopen. Om dat voor elkaar te krijgen, moet je soms doorgaan terwijl je het idee hebt dat je niet verder kunt. Niet opgeven. Niet zwak zijn. Doorzetten.
Dat maakt het ook lastig om nu toe te geven aan de vermoeidheid. Om te erkennen dat mijn lichaam het niet eens is met mijn plannen. Om een medaille aan mijn neus voorbij te laten gaan. Maar misschien is dat nu wel mijn uitdaging. Om niet altijd te knallen en alles van mezelf te geven, maar ook eens achterover te leunen en toe te kijken hoe anderen zichzelf uitdagen.