Borstvoeding: Een heikel onderwerp waar werkelijk iedereen blijkbaar een mening over heeft. Na de “O wat is hij schattig!” en de, ongeacht de werkelijkheid, veel gehoorde “Wat lijkt hij op je!” volgt steevast de grote vraag: “Geef je borstvoeding?”. Ergens voel ik het oordeel al aankomen en maak ik mij in mijn hoofd op voor de discussie. Heb ik hier te maken met een fervent voorstander? Een absolute tegenstander? Of toch de moeder die mij met de rijke ervaring van 1 gaat vertellen wat het beste is voor mijn zoon? Van binnen zucht ik. Van buiten zeg ik volmondig: “Ja!”. In spanning wacht ik het antwoord af…
Reacties van anderen
“Knap hoor, ik zou het niet kunnen. Je bent toch geen koe? Heel de tijd dat kind aan je borst, niemand die eens een flesje kan geven. Je weet nooit wat hij binnenkrijgt, om doodzenuwachtig van te worden! Tegenwoordig gooien vrouwen dan wel te pas en te onpas die borsten eruit, maar dat voeden in het openbaar is toch een beetje gênant. Voor je vent is het ook niet bepaald charmant. En straks op je werk? Hoe ga je dat doen dan? Een hoop gedoe allemaal…” hoor ik aan mijn linkerzij. “Nou, het is anders wel het beste voor je kind. Borstvoedingskinderen zijn minder vaak ziek en zijn slimmer. Mijn kind heeft nog nooit een fles gezien. Die moest hij écht niet!” komt het tegengeluid van rechts. “Tja”, stamel ik, “ieder zijn ding”.
Twee kampen
Terwijl ik wegloop, vraag ik mezelf voor de zoveelste keer af waarom mensen zo nodig voor of tegen moeten zijn. Geef je borstvoeding dan ben je een koe. Geef je flesvoeding ben je meer een loeder dan een moeder. Mijn zoon, onze tweede spruit, krijgt borstvoeding omdat wij ons daar allebei prettig bij voelen. In mijn beleving is het echt een samenspel tussen moeder en kind. Door mijn keizersnede duurde het iets langer voordat mijn productie goed op gang kwam. Roni vond het meteen fijn aan de borst. Door een blokkade in zijn nek en een verborgen tongriem had hij wel wat hindernissen te overwinnen, voordat we de borstvoeding op de rit hadden.
Voedingen zijn voor ons een momentje samen. We genieten er intens van. Op mijn werk kolf ik en inmiddels ben ik brutaal genoeg om overal waar ik kom te vragen of mijn net afgekolfde melk in de koelkast mag. Van voetbalkleedkamer tot artiestenfoyer, van serverhok tot luxe kolfruimte; zo kom je nog eens ergens. Mijn dochter heeft geen slok borstvoeding gehad.
De bevalling van mijn dochter ging alles behalve volgens het boekje. Ik was erna ziek en voelde me gesloopt. Zij bleek geen zuigtalent. De borstvoeding liep voor geen meter en ik raakte ervan in de stress. Al op dag 2 besloten we, op advies van de gyneacoloog, om te stoppen. Daar lag die van tevoren gekochte voedingsbeha. Godzijdank had ik geluisterd naar mijn man toen hij mij een maand voor de bevalling zei dat we het kolfapparaat van een paar honderd euro wel aan zouden schaffen als dat echt nodig was. Opgelucht stopten we er een fles in. Heerlijk vond zij het!
Wat werkt
Heb ik nu een van mijn kinderen tekort gedaan? Zo ja, wie dan? Ik vind dat mijn kinderen recht hebben op een blije moeder. Bij Zerrin werd ik blij van de zekerheid en het gemak van het uit handen kunnen geven van een fles. Bij Roni word ik blij van zijn handjes die lieflijk graven in mijn borst en ervaar ik gemak van het altijd bij je hebben van je borsten.
Inmiddels sta ik weer voor mijn deur. Ik kom tot de conclusie dat ik niet voor en niet tegen ben. Ik ben voor wat werkt. Voor het toegeven aan wat elke moeder en elk kind voelt dat het beste is. Wat ik de moedermaffia de volgende keer dat de vraag komt vertel? “Tja…Ieder zijn ding”.