Het is weer zover, de zomer is er. Bas heeft zes weken vakantie en ik heb bijna vakantie. We mogen weer bijna weg met de tent! Ieder jaar kijken we daar weer naar uit. Ieder jaar hebben we er zin in en ieder jaar vragen we ons weer af waarom we het doen.
Inpakken
Het begint bij het inpakken. Van te voren maak ik een lijst met wat er allemaal mee moet. Hoeveel kleding moeten de meiden mee? Wat moet er aan speelgoed mee? Hebben we genoeg luiers? Daarna moet alles worden verzameld en ingepakt. Daar kan ik gerust een week mee bezig zijn. Aan het begin van de week begin ik rustig aan met wat spulletjes verzamelen. Aan het einde van de week is het dikke stress of ik alles wel goed en op tijd ingepakt krijgt.
Als alles dan ingepakt is, moet het nog in de auto en de kar. Dat is Bas zijn taak. Zijn ruimtelijk inzicht is stukken beter dan dat van mij. Ik sleep de spullen wel naar de auto toe.
Zenuwachtig
Ondertussen hebben de meiden in de gaten dat er iets gaat gebeuren. Wij zijn druk met pakken en hebben iets minder tijd voor hen. Al hun lievelingsspeelgoed en knuffels verdwijnen in tassen. Bas en ik gedragen ons ietwat zenuwachtig, wat als effect heeft dat zij heel zenuwachtig worden en alles gaan doen wat niet mag. Met het speelgoed wat er nog is, wordt wel mee gespeeld maar ook om geruzied. Ze knijpen elkaar, trekken aan elkaars haar, gillen hard en gaan slaan. Als laatste wanhopige poging zetten we ze maar voor de tv zodat wij even door kunnen gaan met inpakken.
Uitgeput
Gelukkig volgt daarna een autorit. Met een beetje geluk vallen ze in slaap en hebben wij eventjes de tijd om bij te komen en op te laden voor het opzetten van de tent. We gaan inmiddels niet meer heel ver op vakantie, zodat de autorit een beetje gezellig blijft. Als we dan op de camping aankomen in de hitte of in de regen, moet die tent worden opgezet. De meiden moeten wennen aan de nieuwe omgeving. Ze pakken alle haringen af of lopen steeds weg. Maar na een uur of 5 staat de tent en is hij helemaal ingericht. ’s Avonds is iedereen moe. De meiden moeten nog wennen aan hun nieuwe slaapplek en liggen nog de hele avond te keten. Wij vragen nog een keer aan elkaar waarom we ook al weer gingen kamperen en wat we er zo leuk aan vinden. Iedereen slaapt uiteindelijk de eerste nacht slecht en totaal uitgeput beginnen we aan de tweede dag van de vakantie.
Twee fantastische weken
Gelukkig zit er ook een andere kant aan. Naarmate de vakantie vordert weten we weer waarom we dit doen. De meiden spelen lekker buiten met vriendjes op de camping. Wij lezen boeken, doen veel spelletjes en hebben goede gesprekken. Na een paar nachten slapen we allemaal goed en komen we ook een beetje bij. We hebben twee fantastische weken, verkennen de omgeving en hebben plezier.
Volgend jaar weer?
Tot we weer mogen inpakken en we ons weer afvragen waarom we dit toch eigenlijk doen. Als we dan uiteindelijk in de auto zitten onderweg naar huis komen we tot de conclusie dat het een leuke vakantie was en dat we volgend jaar gewoon weer gaan kamperen.