Gisteravond liepen Marcel en ik mee met een stille tocht. Een stille tocht die werd georganiseerd naar aanleiding van een brute verkrachting in Rotterdam.
Slachtoffer
Toen ik de eerste berichten las over het voorval, voelde ik een enorm triest gevoel over me heen komen. De arme meid. Ik kan me niet voorstellen wat voor pijn en angst zij heeft gevoeld. En hoe verloren zij zich heeft gevoeld toen zij om hulp schreeuwde, maar er niemand was die ingreep.
Het zou je dochter maar zijn. Hoe help je haar om de wereld niet alleen als verrot te zien? Hoe help je haar om vast te houden aan de mooie dingen die het leven biedt? Om er vertrouwen in te hebben dat er ook goede mensen zijn die het beste met je voor hebben? Hoe maak je haar dat wijs nadat haar zoiets bruuts is aangedaan? In haar eigen straat. Voor de deur van haar eigen woning.
Dader
Al snel is er een verdachte van het misdrijf aangehouden. Een 18-jarige jongen. 18 jaar. Een knul van 18. Een 18-jarige bruut.
Het zou je zoon maar zijn. Je kunt je toch niet voorstellen dat je wordt gebeld omdat je zoon is opgepakt voor een brute verkrachting? Kun je nog slapen met de wetenschap dat je kind dat een ander heeft aangedaan? Is er dan nog sprake van onvoorwaardelijke liefde?
Onze kinderen
Ik probeer mijn denken en doen niet te laten leiden door dergelijke nare gebeurtenissen. Ik wil mijn kinderen niet laten opgroeien in angst. Ik doe mijn best om mijn kinderen groot te brengen met liefde. Ik wil dat ze liefde voelen voor henzelf en liefde voor hun medemens. Ik wil stimuleren dat hun handelingen voortkomen uit de beste bedoelingen. Ik wil dat ze zich veilig voelen.
Dat wil ik niet alleen voor mijn eigen kinderen, maar ook voor andermans kinderen. Dus vandaag ga ik vol goede moed naar mijn werk, met kinderactiviteiten op de agenda. Om met kinderen te lachen en te praten. Om ze te corrigeren als dat nodig is en om ze te complimenteren voor goed gedrag. Om ze te laten weten dat ze er mogen zijn.