Als je zelf uit een gebroken gezin komt, kan het best lastig zijn om erachter te komen hoe het anders kan. Dit is wat ik heb geleerd.
Mijn ouders scheidden toen ik drie jaar was. Toen ik zelf moeder werd, was ik van plan om dat helemaal anders te doen. Hij en ik zouden geen gebroken gezin worden. Wij bleven altijd en eeuwig bij elkaar.
Niet dus. Toen mijn zoon drie jaar was, was de koek van onze relatie ook op.
Als kind van gescheiden ouders wist ik heel goed dat ik dat niet wilde voor mijn eigen kinderen. Ik wilde dat verdriet niet voor mijn kinderen. Ik wilde niet dat mijn kinderen één van de ouders zou moeten missen. Ik wilde niet dat mijn kinderen het gevoel zouden hebben dat zij tussen hun ouders in staan.
Ik wist een hoop van wat ik niet wilde, maar eigenlijk niet zo goed wat ik wel wilde. Ja, ik wilde dat wij als ouders een levenslange stabiele relatie zouden hebben. Maar ik had werkelijk geen idee wat dat nou eigenlijk inhield. Hoe had ik dat moeten weten?
Op een gegeven moment ben ik gaan afkijken bij relaties waarvan ik denk dat het levenslange relaties zijn. Relaties die in ieder geval al 20 jaar duren en op mij overkomen als stabiele relaties. Het is me opgevallen dat deze relaties een aantal overeenkomsten hebben in het doen en laten.
Communicatie
Met elkaar communiceren is enorm belangrijk, ik denk dat veel mensen dat wel weten. Met elkaar praten over wat je bezighoudt en hoe je ergens in staat. Hoe je dag was en welke bijzonderheden er vandaag op je pad kwamen. Maar ook met elkaar praten over waar je staat in jullie relatie en wat jullie belangrijk vinden. Waar je mee zit en hoe je dat graag anders zou zien.
Wat mij is opgevallen, is dat het niet alleen belangrijk is dát je met elkaar communiceert maar vooral hoe je met elkaar communiceert. Als het telkens enorm veel energie kost om dingen met elkaar te bespreken. Of als je telkens het gevoel hebt dat je met de grond gelijk gemaakt wordt, dan motiveert dat niet om met elkaar te communiceren.
Als je met elkaar praat, is het belangrijk om ook naar elkaar te luisteren. Echt luisteren. Dus niet luisteren om te reageren, maar luisteren om de ander te begrijpen. Dat betekent dat je soms misschien even je mond moet houden, om de ander de ruimte te geven om te praten.
Af en toe je mond houden, kan sowieso geen kwaad. Er is een tijd en een plek om over bepaalde dingen te praten. Je ontevredenheid over de ander bespreken als je bij de buren op de koffie bent, kan best ongemakkelijk zijn. Dat nodigt niet uit tot oprechte communicatie.
Geven en nemen
Ik weet niet hoe het zit met mannen, maar ik ken veel vrouwen die vooral geven in een relatie. Zij willen de partner tevredenstellen door de behoeftes te vervullen, maar hebben vaak minder oog voor de eigen behoeftes. Op een ochtend wordt de vrouw wakker en realiseert zij zich dat zij niet meer gelukkig is in de relatie.
In een gezonde relatie is er een balans van geven en nemen. Iedereen heeft behoeftes. Het is belangrijk om elkaar daarin tegemoet te komen. Oog hebben voor de behoeftes van de ander en daaraan voldoen. Maar ook oog hebben voor je eigen behoeftes en deze kenbaar maken.
Ik ben bijvoorbeeld een buitenmens en ben graag op pad. Marcel geeft mij daar de ruimte voor. Hij laat me vrij en belt me niet 15x als ik de deur uit ben. Hij vindt het leuk om samen in de keuken te staan, zodat we kunnen bijpraten en rare dansjes doen. Dat betekent dat ik daar zo nu en dan de tijd voor neem in plaats van praktisch en snel het eten bereiden.
Elkaar zien
Als je jaren samenleeft, vooral met kinderen, is er de kans dat je langs elkaar heen gaat leven en minder oog hebt voor elkaar. Hierdoor kan het gevoel ontstaan dat je voor lief wordt genomen. Dat je niet meer echt wordt gezien.
Stel je voor: je bent op een druk feestje. Je kijkt naar de andere kant van de kamer en ziet jouw partner daar staan. Je partner kijk jouw kant op en jullie blikken kruizen elkaar. Je partner glimlacht naar je of geeft je een knipoog. Het duurt slechts een paar seconden en jullie wisselen geen woord uit, maar je voelt je wel gezien.
Wat ik opmerk, is dat het vaak ook andersom is. Mensen kijken niet op als de ander de kamer inloopt. Mensen zitten met elkaar op de bank, maar zijn bezig met hun eigen telefoon. Mensen zijn fysiek bij elkaar, maar hebben weinig tot geen contact.
Ieder mens heeft de behoefte om gezien te worden. In een relatie is dat niet anders.