Toen
Voor-corona begon de dag thuis en maakte iedereen zich klaar voor een leven buiten de deur, waar we vaak ieder ons eigen weg gingen. Ik ging naar mijn werk, daarna naar de winkel, naar huis, rondje lopen met de hond. ‘Wat gaan we eten?’ was de dagelijks terugkerende vraag.
Op woensdag zien we altijd oma’s en één van de opa’s. Daarna hebben Marcel en ik dansles. Sorry. Op woensdag zágen we oma’s en één van de opa’s. En hádden we dansles.
Nu
Tijdens-corona, nu, begint de dag ook gewoon thuis. Op woensdag maakt Marcel zich klaar om naar zijn werk te gaan. Ik begin de dag met een work out, samen met Noura. We maken Bradley wakker. Mijn werk gaat door, maar dan vooral thuis. Noura stopt niet met kind-zijn en ze blijft zorg en aandacht nodig hebben. Een video-overleg voeren met een collega terwijl je een dreumes om je heen hebt, vraagt veel energie.
Samen met Noura loop ik buiten een rondje met de hond. In huis komen we Bradley vast nog een keer tegen. Hij moet tenslotte eten en naar het toilet. De ene keer verblijdt hij ons met zijn aanwezigheid in sportbroek, de andere keer heeft hij er een shirt bij aan.
Op woensdag proberen Marcel en ik nu de Walking Dead te kijken. Tenminste.. we probéérden de Walking Dead te kijken. Ook dat is voorlopig voorbij. De laatste aflevering van het seizoen loopt vertraging op vanwege… juist…
Corona. Nu. Zit ik bij de pakken neer? Nee. Ren ik rond als een kip zonder kop? Een beetje. Niet omdat ik het bizar druk heb, maar omdat ik me onrustig voel. Ik wil dat tijdens-corona voorbij is, nu.
Zelfs ik, een introvert, vind social distancing kut. Sorry, ik zeg het even zoals het is. Laten we het niet mooier maken dan ik bedoel, ik vind het gewoon kut. Ik breng geen tijd door met mijn (schoon)ouders. Ik heb mijn zusje al een eeuwigheid niet gezien. Behalve door een beeldscherm. En mijn nichtjes. Ik wil ze niet alleen zien door een beeldscherm. Ik wil gewoon weer tijd met elkaar doorbrengen. Gewoon. Maar gewoon is niet meer gewoon. Deze situatie is kut en ‘Wat gaan we eten?’ is nog steeds de dagelijks terugkerende vraag.
Vrijdagavond besloot ik na een rondje met de hond, het laatste uitstapje van de dag, om nog even buiten te zitten. Om een moment voor mezelf te pakken. Een moment van bezinning.
Dan
Ik hoef niet terug naar voor-corona. Ik verlang naar na-corona. Maar eigenlijk kan ik nu niets nuttigs zeggen over na-corona. Het enige wat ik daarover echt weet, is dat ook dan ‘Wat eten we vandaag?’ de eeuwige vraag zal zijn.
Ik besluit “toen” en “dan” los te laten en te genieten van wat goed is. Nu.