31 Augustus lagen we als gezin nog lekker onder een parasol op een zonnig strand in Bodrum, Turkije. Steeds popte de gedachte op dat we over 2 dagen toch echt weer mee moesten gaan doen met het ‘normale leven’. Het leven waarin we niet geheel vrijwillig chronish haast hebben om op tijd te zijn op school, kinderopvang, werk, sportclubjes, ouderavonden, tandartsafspraken, feestjes en al die andere moetjes. Nog volledig in de beachmodus vroeg ik mij af waarom wij dit eigenlijk betitelen als ‘normaal’. Zou het niet veel normaler zijn om ons leven te leiden met meer ruimte voor rust, ontspanning, beweging en frisse buitenlucht? Meer ruimte om in het moment te leven, te genieten van de simpele dingen om ons heen? Manlief zorgde voor een realitycheck door aan mijn arm te trekken. “Je droomt weer, waar zit je met je hoofd?” Ik nam een frisse duik in de kalme zee nu het nog kon.
Sneltrein ‘normale leven’
Inmiddels zijn we weer een goede 2 weken onderweg op de trein die ons ‘normale leven’ heet. De eerste schooldag gaf ik mijn dochter om 7:15 uur een dikke knuffel en wenste haar héél veel plezier in haar nieuwe klas. Snelwandelend bracht ik mijn zoon naar de opvang om stipt op tijd op mijn werk te verschijnen. Tijdens mijn kolfmoment rond een uur of 11 scrolde ik even door mijn Facebook: De ene na de andere foto van de eerste schooldag van de kids van al die trotse moeders. O my dear God, ik ben een ontaarde moeder! Een naar gevoel bekroop mij. Mijn hoofd raasde. Ben ik tekort geschoten? Ik heb morgen wel tijd vrij gemaakt om haar te brengen. Zal ze het mij kwalijk nemen dat iedereens moeder er was, en ik niet? Ik ben wel de enige die op de twééde schooldag haar kind liefdevol afzet. Ook leuk, toch? Zal ik dan als spuit elf morgen dé foto plaatsen? Pffff…..ingewikkeld.
Schuldgevoel
Op het strand had ik mij zo mooi voorgesteld om het dit seizoen anders te doen. Relaxter. Op dag 1 was het alweer het oude liedje: Haast en schuldgevoel. We zijn weer back in business. Eenmaal thuis vertelde mijn dochter honderduit over haar eerste dag. Verontschuldigend vroeg ik haar of zij het heel erg vond dat mama haar niet had weggebracht. “Nee joh! Je komt toch morgen? Dat is ook veel leuker, want dan kan je tenminste mijn werkjes zien. Die had ik vanochtend natuurlijk nog helemaal niet!” Als sneeuw voor de zon verdween mijn schuldgevoel. Het was goed. Dag 2 én 3 was ik er en heb ik werkjes bewonderd. De foto is er nooit gekomen. De eerste 2 weken moedermaffia hebben we weer overleefd. Gewoon door dichtbij onszelf te blijven en niet mee te gaan in de etiquette van hoe een eerste schooldag en een goede moeder hoort te zijn. Pfioew!